1. Ga naar "FaceTime"
Druk op Instellingen.
Druk op FaceTime.
2. FaceTime inschakelen
Druk op de indicator naast FaceTime om de functie in te schakelen.
Druk op de home-toets om terug te keren naar de standby-stand.
3. Maak een video-oproep
Druk op Hulpapps.
Druk op Contacten.
Druk op het gewenste contact.
De gegevens van het contact worden nu op het scherm getoond.
De gegevens van het contact worden nu op het scherm getoond.
Druk op FaceTime.
Druk op het gewenste nummer.
4. Kies een actie
Tijdens een video-oproep heb je volgende mogelijkheden:
Microfoon in- of uitschakelen, zie 4a.
Camera wisselen, zie 4b.
Microfoon in- of uitschakelen, zie 4a.
Camera wisselen, zie 4b.

5. 4a - Microfoon in- of uitschakelen
Druk op het Microfoon-icoontje.
Afhankelijk van de huidige instelling wordt de microfoon in- of uitgeschakeld.
Afhankelijk van de huidige instelling wordt de microfoon in- of uitgeschakeld.
6. 4b - Camera wisselen
Druk op het Camera-icoontje.
Afhankelijk van de huidige instelling, wisselt de telefoon naar de camera aan de voor- of achterkant.
Afhankelijk van de huidige instelling, wisselt de telefoon naar de camera aan de voor- of achterkant.
7. Oproep beëindigen
Druk op Stop om de oproep te beëindigen.
8. Afsluiten
Druk op de home-toets om af te sluiten en terug te keren naar de standby-stand.