Ga naar "Bluetooth-opties"
Druk tweemaal op de menutoets.
Ga naar Verbindingen beheren en druk op de navigatietoets.
Ga naar Bluetooth-opties en druk op de navigatietoets.
Bluetooth inschakelen
Selecteer het dropdownmenu naast Bluetooth en druk op de navigatietoets.
Ga naar Aan en druk op de navigatietoets.
Zoek apparaten
Ga naar Nieuw apparaat toevoegen en druk op de navigatietoets.
Ga naar Zoeken en druk op de navigatietoets.
De telefoon zoekt nu naar beschikbare apparaten en toont na een poosje een lijst van Bluetooth-apparaten die binnen bereik zijn.
De telefoon zoekt nu naar beschikbare apparaten en toont na een poosje een lijst van Bluetooth-apparaten die binnen bereik zijn.
Bluetooth-apparaat toevoegen
Selecteer het gewenste apparaat en druk op de navigatietoets.
Controleer of hetzelfde wachtwoord op de beide apparaten getoond wordt.
Controleer of hetzelfde wachtwoord op de beide apparaten getoond wordt.
In bepaalde gevallen moet je zelf een wachtwoord naar keuze intoetsen. Dit wachtwoord moet ook op het andere apparaat worden ingetoetst.
Ga naar Ja en druk op de navigatietoets.
Het Bluetooth-apparaat wordt toegevoegd.
Het Bluetooth-apparaat wordt toegevoegd.
In bepaalde gevallen moet je zelf een wachtwoord naar keuze intoetsen. Dit wachtwoord moet ook op het andere apparaat worden ingetoetst.
Afsluiten
Druk op Afsluiten.
Druk op de terugtoets om af te sluiten en terug te keren naar de standby-stand.