Ga naar "Oproepen doorschakelen"
Druk op Verbinden.
Druk op de menutoets.
Druk op Opties.
Druk op Oproepen doorschakelen.
Kies een doorschakeltype
Druk op Oproep doorschakelen.
Druk op een van de volgende doorschakeltypen:
Altijd, zie 2a.
Altijd, zie 2a.
Voorwaardelijk, zie 2b.
2a - "Altijd"
Druk op Alle oproepen doorschakelen.
Als je kiest om alle oproepen door te schakelen, wordt op het stand-byscherm het icoontje voor Doorschakelen getoond.
Druk op Nieuw nummer....
Als je kiest om alle oproepen door te schakelen, wordt op het stand-byscherm het icoontje voor Doorschakelen getoond.
Druk op [Eenmalig gebruiken].
Toets het gewenste nummer in.
Toets het gewenste nummer in.
Als je kiest om alle oproepen door te schakelen, wordt op het stand-byscherm het icoontje voor Doorschakelen getoond.
Druk op de menutoets.
Als je kiest om alle oproepen door te schakelen, wordt op het stand-byscherm het icoontje voor Doorschakelen getoond.
Druk op Doorgaan.
Als je kiest om alle oproepen door te schakelen, wordt op het stand-byscherm het icoontje voor Doorschakelen getoond.
2b - "Voorwaardelijk"
Druk op Indien bezet, Indien geen antwoord of Indien onbereikbaar.
Druk op Nieuw nummer....
Druk op [Eenmalig gebruiken].
Toets het gewenste nummer in.
Toets het gewenste nummer in.
Druk op de menutoets.
Druk op Doorgaan.
Instelling opslaan
Druk op de menutoets.
Druk op Opslaan.
Er wordt een verzoek naar het netwerk gestuurd om de instelling te activeren.
Er wordt een verzoek naar het netwerk gestuurd om de instelling te activeren.
Afsluiten
Druk op Afsluiten om af te sluiten en terug te keren naar de stand-bymodus.