Ga naar "Mobile Hotspot"
Veeg met je vinger naar omlaag vanaf de bovenkant van het scherm.
Druk op Instellingen.
Druk op Instellingen.
Druk op Netwerken en verbindingen.
Druk op Mobile Hotspot.
Bewerk instellingen
Als je de telefoon voor de eerste keer als wifi-hotspot gebruikt:
Volg de aanwijzingen op het scherm om het gewenste wachtwoord in te toetsen en ga door met stap 6.
Volg de aanwijzingen op het scherm om het gewenste wachtwoord in te toetsen en ga door met stap 6.

Als je de telefoon al eerder als wifi-hotspot hebt gebruikt:
Druk op Configureren.
Druk op Configureren.
Naam van wifi-hotspot invoeren
Druk in het veld onder "Naam van Mobile Hotspot" en toets de gewenste naam voor de wifi-hotspot in.
Wachtwoord intoetsen
Druk in het veld onder "Wachtwoord" en toets het gewenste wachtwoord in.
Druk op Opslaan.
Wifi-hotspot inschakelen
Druk op de indicator naast "Mobile Hotspot" tot het scherm weergeeft dat de functie is ingeschakeld.
Maak verbinding
Activeer wifi op het andere apparaat.
Zoek de lijst van beschikbare wifi-netwerken.
Kies je telefoon in de lijst.
Volg de aanwijzingen op het scherm om verbinding met de telefoon te maken.
Als de verbinding is gemaakt, heb je toegang tot internet op het andere apparaat.
Zoek de lijst van beschikbare wifi-netwerken.
Kies je telefoon in de lijst.
Volg de aanwijzingen op het scherm om verbinding met de telefoon te maken.
Als de verbinding is gemaakt, heb je toegang tot internet op het andere apparaat.

Terugkeren naar het startscherm
Veeg met je vinger naar omhoog vanaf de onderkant van het scherm om af te sluiten en terug te keren naar het startscherm.
