Verwijder de achterklep
Houd de telefoon met de achterzijde naar je toe gericht.
Pak de achterklep aan de rechterkant vast en haal de achterklep weg.
Pak de achterklep aan de rechterkant vast en haal de achterklep weg.
Plaats nieuwe geheugenkaart
Houd de geheugenkaart zoals getoond is op de tekening in de geheugenkaarthouder.
Haal het kaartslotje weg en schuif de geheugenkaart in de houder.
Haal het kaartslotje weg en schuif de geheugenkaart in de houder.
Plaats de batterij
Plaats de batterij in de telefoon met de onderkant eerst, zodat de goudkleurige contacten van de batterij tegen de corresponderende contacten in de telefoon passen, en druk de batterij op haar plaats.

Zet de achterklep op zijn plaats
Leg de achterklep op de telefoon en druk de klep op zijn plaats.
Gebruik van geheugenkaart inschakelen
Druk tweemaal op de menutoets.
Ga naar Opties en druk op de navigatietoets.
Ga naar Toestel en druk op de navigatietoets.
Ga naar Opslag en druk op de navigatietoets.
Selecteer Ondersteuning voor extern geheugen en druk op de navigatietoets om gebruik van de geheugenkaart in te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, is gebruik van de geheugenkaart ingeschakeld.
Afsluiten
Druk op Afsluiten.
Druk op de terugtoets om af te sluiten en terug te keren naar de standby-stand.