Ga naar "Mobile Hotspot"
Veeg met je vinger omlaag over het scherm vanaf de bovenkant van de telefoon.
Druk op Instellingen.
Druk op Instellingen.
Druk op Netwerkverbindingen.
Druk op Mobile Hotspot.
Bewerk instellingen
Als je de telefoon voor het eerst als wifi-hotspot gebruikt:
Volg de aanwijzingen op het scherm om het gewenste wachtwoord in te toetsen en ga door met stap 7.
Volg de aanwijzingen op het scherm om het gewenste wachtwoord in te toetsen en ga door met stap 7.

Als je de telefoon al eens als wifi-hotspot hebt gebruikt:
Druk op Configureren.
Druk op Configureren.
Naam van wifi-hotspot invoeren
Druk in het veld onder Naam.
Toets de gewenste naam voor de wifi-hotspot in.
Toets de gewenste naam voor de wifi-hotspot in.
Kies veiligheidsinstellingen
Druk op Beveiligingstype.
Druk op Geen of de gewenste encryptiemethode.
Als je een encryptiemethode kiest:
Druk in het veld onder Wachtwoord en toets het gewenste wachtwoord in.
Druk in het veld onder Wachtwoord en toets het gewenste wachtwoord in.
Instellingen opslaan
Druk op Opslaan.
Wifi-hotspot inschakelen
Druk op de indicator naast Mobile Hotspot om de functie in te schakelen.
Maak verbinding
Activeer wifi op het andere apparaat.
Zoek de lijst van beschikbare wifi-netwerken.
Kies je telefoon in de lijst.
Volg de aanwijzingen op het scherm om verbinding met de telefoon te maken.
Als de verbinding gemaakt is, heb je toegang tot internet op het andere apparaat.
Zoek de lijst van beschikbare wifi-netwerken.
Kies je telefoon in de lijst.
Volg de aanwijzingen op het scherm om verbinding met de telefoon te maken.
Als de verbinding gemaakt is, heb je toegang tot internet op het andere apparaat.

Afsluiten
Veeg met je vinger omhoog over het scherm vanaf de onderkant van de telefoon om af te sluiten en terug te keren naar de stand-bymodus.
