Ga naar "Instellingen voor draagbare Wi-Fi hotsp..."
Veeg met je vinger omlaag over het scherm vanaf de bovenkant van de telefoon.
Druk op Instellingen.
Druk op Instellingen.
Druk op Meer.
Druk op Draagbare hotspot en tethering.
Druk op Instellingen voor draagbare Wi-Fi hotsp....
Kies instellingen voor wifi-hotspot
Toets de gewenste naam voor de wifi-hotspot in.
Druk in het veld onder "Beveiliging".
Druk in het veld onder "Beveiliging".
Als je je wifi-hotspot niet wilt beveiligen met een wachtwoord:
Druk op Geen.
Druk op Geen.
Als je je wifi-hotspot wilt beveiligen met een wachtwoord:
Druk op WEP (128), WPA (TKIP) of WPA2 (AES).
Druk op WEP (128), WPA (TKIP) of WPA2 (AES).
Druk in het veld onder "Wachtwoord" en toets het gewenste wachtwoord in.
Wifi-hotspot inschakelen
Druk op Draagbare Wi-Fi hotspot tot het scherm weergeeft dat de functie is ingeschakeld.
Druk op OK.
Maak verbinding
Voer onderstaande stappen uit op het apparaat dat je met je wifi-hotspot wilt verbinden:
Schakel wifi in.
Zoek de lijst van beschikbare wifi-netwerken.
Kies de netwerknaam die je hebt ingetoetst in stap 2.
Toets het wachtwoord in dat je hebt gekozen in stap 2 en maak vervolgens verbinding met de wifi-hotspot.
Als de verbinding is gemaakt, heb je toegang tot internet op het andere apparaat.
Schakel wifi in.
Zoek de lijst van beschikbare wifi-netwerken.
Kies de netwerknaam die je hebt ingetoetst in stap 2.
Toets het wachtwoord in dat je hebt gekozen in stap 2 en maak vervolgens verbinding met de wifi-hotspot.
Als de verbinding is gemaakt, heb je toegang tot internet op het andere apparaat.

Terugkeren naar het startscherm
Druk op de home-toets om af te sluiten en terug te keren naar het startscherm.