De telefoon als wifi-hotspot instellen en gebruiken
Wanneer je de telefoon als wifi-hotspot gebruikt, kun je de internetverbinding van de telefoon via wifi delen met andere apparaten. Eerst moet je de telefoon instellen voor internet.
Stap 1 van 12
Veeg met je vinger omlaag over het scherm vanaf de bovenkant van de telefoon. Druk op het icoontje voor instellingen.
Stap 2 van 12
Druk op Tethering & Netwerken.
Stap 3 van 12
Druk op Wi-Fi hotspot.
Stap 4 van 12
Druk op Wi-Fi hotspot instellen.
Stap 5 van 12
Toets de gewenste naam voor de wifi-hotspot in. Druk op het dropdownmenu onder "Beveiliging".
Stap 6 van 12
Als je je hotspot niet wilt beveiligen met een wachtwoord: Druk op Open.
Stap 7 van 12
Als je je hotspot wilt beveiligen met een wachtwoord: Druk op WPA2 PSK.
Stap 8 van 12
Druk in het veld onder "Wachtwoord" en toets het gewenste wachtwoord in.
Stap 9 van 12
Druk op Opslaan.
Stap 10 van 12
Druk op de indicator naast "Wi-Fi hotspot" tot het scherm weergeeft dat de functie is ingeschakeld.
Stap 11 van 12
Voer onderstaande uit op het apparaat dat je met je wifi-hotspot wilt verbinden: Schakel wifi in. Zoek de lijst van beschikbare wifi-netwerken. Kies de netwerknaam die je hebt ingetoetst in stap 2. Toets het wachtwoord in dat je hebt gekozen in stap 2 en maak vervolgens verbinding met de wifi-hotspot. Als de verbinding is gemaakt, heb je toegang tot internet op het andere apparaat.
Stap 12 van 12
Druk op de home-toets om af te sluiten en terug te keren naar het startscherm.
1.
Ga naar "Wi-Fi hotspot instellen"
Veeg met je vinger omlaag over het scherm vanaf de bovenkant van de telefoon. Druk op het icoontje voor instellingen.
Druk op Tethering & Netwerken.
Druk op Wi-Fi hotspot.
Druk op Wi-Fi hotspot instellen.
2.
Kies instellingen voor wifi-hotspot
Toets de gewenste naam voor de wifi-hotspot in. Druk op het dropdownmenu onder "Beveiliging".
Als je je hotspot niet wilt beveiligen met een wachtwoord: Druk op Open.
Als je je hotspot wilt beveiligen met een wachtwoord: Druk op WPA2 PSK.
Druk in het veld onder "Wachtwoord" en toets het gewenste wachtwoord in.
Druk op Opslaan.
3.
Wifi-hotspot inschakelen
Druk op de indicator naast "Wi-Fi hotspot" tot het scherm weergeeft dat de functie is ingeschakeld.
4.
Maak verbinding
Voer onderstaande uit op het apparaat dat je met je wifi-hotspot wilt verbinden: Schakel wifi in. Zoek de lijst van beschikbare wifi-netwerken. Kies de netwerknaam die je hebt ingetoetst in stap 2. Toets het wachtwoord in dat je hebt gekozen in stap 2 en maak vervolgens verbinding met de wifi-hotspot. Als de verbinding is gemaakt, heb je toegang tot internet op het andere apparaat.
5.
Terugkeren naar het startscherm
Druk op de home-toets om af te sluiten en terug te keren naar het startscherm.
Is er goede hulp geboden?
Geef ons je feedback
Jouw mening telt. Hoe kunnen we volgens jou onze pagina Toestelhandleidingen verbeteren? Vul hier je feedback in en klik op 'Verstuur'.