Inleiding
Wanneer je tekst in de telefoon intoetst, kun je verschillende instellingen voor het invoeren kiezen.
De volgende stappen laten zien hoe je het woordenboek inschakelt en tekst schrijft.
De instructie gaat ervan uit dat je tekst gaat schrijven.
De volgende stappen laten zien hoe je het woordenboek inschakelt en tekst schrijft.
De instructie gaat ervan uit dat je tekst gaat schrijven.

Woordenboek inschakelen
Druk op Opties.
Als je het woordenboek inschakelt, toont het scherm suggesties voor woorden die mogelijk zijn met de toetsen die je hebt ingedrukt.
Ga naar Woordenboek en druk op de navigatietoets.
Als je het woordenboek inschakelt, toont het scherm suggesties voor woorden die mogelijk zijn met de toetsen die je hebt ingedrukt.
Selecteer de gewenste taal en druk op de navigatietoets.
Als je het woordenboek inschakelt, toont het scherm suggesties voor woorden die mogelijk zijn met de toetsen die je hebt ingedrukt.
Tekst schrijven
Druk eenmaal op iedere lettertoets om het gewenste woord te schrijven.
De telefoon kiest woordsuggesties die mogelijk zijn met de letters die je hebt ingetoetst.
De telefoon kiest woordsuggesties die mogelijk zijn met de letters die je hebt ingetoetst.
Druk op * om tussen de woordsuggesties te wisselen.
Druk op 0 om het voorgestelde woord in te voegen.
Cijfers en speciale tekens schrijven
Om een punt in te voegen:
Druk op 1.
Druk op 1.
Om een spatie in te voegen:
Druk op 0.
Druk op 0.
Om één cijfer in te voegen:
Druk op de toets met het gewenste cijfer en houd deze ingedrukt tot het cijfer wordt getoond op het scherm.
Druk op de toets met het gewenste cijfer en houd deze ingedrukt tot het cijfer wordt getoond op het scherm.
Om meerdere cijfers in te voegen:
Druk zo vaak als nodig is op # totdat 123 wordt getoond op het scherm.
Druk zo vaak als nodig is op # totdat 123 wordt getoond op het scherm.
Druk op de toetsen met de gewenste cijfers om ze in te voegen.
Druk zo vaak als nodig is op # totdat abc wordt getoond op het scherm.
Om speciale tekens in te voegen:
Druk op * en houd de toets ingedrukt.
Druk op * en houd de toets ingedrukt.
Selecteer het gewenste speciale teken en druk op de navigatietoets.