Ga naar "Namen toegangspunten"
Druk op het icoontje voor Menu.
Druk op Instellingen.
Druk op Meer....
Druk op Mobiele netwerken.
Druk op Namen toegangspunten.
Nieuwe dataverbinding aanmaken
Druk op het icoontje voor Instellingen.
Druk op Nieuw toegangspunt.
Naam van dataverbinding invoeren
Druk op Naam.
Toets Vodafone Mail in en druk op OK.
APN-naam invoeren
Druk op APN.
Toets live.vodafone.com in.
Toets live.vodafone.com in.
Een APN (Access Point Name) wordt gebruikt om een dataverbinding te maken.
Druk op OK.
Een APN (Access Point Name) wordt gebruikt om een dataverbinding te maken.
Gebruikersnaam invoeren
Druk op Gebruikersnaam.
Toets vodafone in en druk op OK.
Wachtwoord intoetsen
Druk op Wachtwoord.
Toets vodafone in en druk op OK.
Landnummer intoetsen
Druk op MCC.
Toets 204 in en druk op OK.
Netwerkcode intoetsen
Druk op MNC.
Toets 04 in en druk op OK.
Kies een verificatietype
Druk op Verificatietype.
Druk op PAP.
Kies een APN-type
Druk op Type toegangspunt.
Druk op Internet.
Dataverbinding opslaan en activeren
Druk op het icoontje voor Instellingen.
Druk op Opslaan.
Druk in het veld naast Vodafone Mail zodat het veld wordt ingevuld.
Druk op het Home-icoontje om terug te keren naar de stand-bymodus.
Ga naar "E-mail"
Druk op het icoontje voor Menu.
Als er al e-mailaccounts zijn aangemaakt, druk dan op het icoontje voor Instellingen. Druk op Instellingen. Druk op Account toevoegen.
Druk op E-mail.
Als er al e-mailaccounts zijn aangemaakt, druk dan op het icoontje voor Instellingen. Druk op Instellingen. Druk op Account toevoegen.
E-mailadres intoetsen
Toets je e-mailadres in.

Wachtwoord intoetsen
Druk op Wachtwoord en toets je wachtwoord in.
Druk op Handm. instell..
Kies een servertype
Druk op Microsoft Exchange ActiveSync.
Domeinnaam en gebruikersnaam invoeren
Toets de domein- en gebruikersnaam in, van elkaar gescheiden door een "\".

Serveradres intoetsen
Druk in het veld onder Exchange-server en toets het serveradres in.
SSL-encryptie in- of uitschakelen
Druk op Beveiligde verbinding (SSL) gebruiken om SSL-encryptie in of uit te schakelen.
Met SSL-encryptie kun je e-mails gedeeltelijk beveiligen tijdens het versturen en ontvangen. Als je SSL-encryptie inschakelt, moet dit worden ondersteund door je e-mailaanbieder en je internetaanbieder. Mogelijk zijn er aanvullende instellingen vereist om e-mails te kunnen versturen en ontvangen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Met SSL-encryptie kun je e-mails gedeeltelijk beveiligen tijdens het versturen en ontvangen. Als je SSL-encryptie inschakelt, moet dit worden ondersteund door je e-mailaanbieder en je internetaanbieder. Mogelijk zijn er aanvullende instellingen vereist om e-mails te kunnen versturen en ontvangen.
Clientcertificaat in- of uitschakelen
Druk op Gebruik clientcertificaat om de functie in of uit te schakelen.
Het menu-item is alleen beschikbaar als je SSL-encryptie hebt ingeschakeld.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Het menu-item is alleen beschikbaar als je SSL-encryptie hebt ingeschakeld.
Als je de functie inschakelt:
Druk op Clientcertificaat en volg de aanwijzingen op het scherm om het gewenste certificaat te installeren.
Druk op Clientcertificaat en volg de aanwijzingen op het scherm om het gewenste certificaat te installeren.
Het menu-item is alleen beschikbaar als je SSL-encryptie hebt ingeschakeld.
Druk op Volgende.
Het menu-item is alleen beschikbaar als je SSL-encryptie hebt ingeschakeld.
Kies tijdsinterval voor synchronisatie
Druk op het dropdownmenu onder Schema tijdens piektijd en Schema buiten piektijd.
Druk op Push, Handmatig of het gewenste tijdsinterval.
LET OP:
iedere keer dat het apparaat verbinding met de server maakt om te synchroniseren, wordt er dataverkeer gebruikt.
LET OP:
iedere keer dat het apparaat verbinding met de server maakt om te synchroniseren, wordt er dataverkeer gebruikt.
Kies instellingen voor synchroniseren van e-mails
Druk op het dropdownmenu onder Periode voor synchroniseren e-mail.
Druk op de gewenste instelling.
Druk op het dropdownmenu onder Grootte voor ophalen e-mails.
Druk op de gewenste instelling.
Kies instellingen voor synchroniseren van agenda
Druk op het dropdownmenu onder Periode voor synchroniseren agenda.
Druk op de gewenste instelling.
Kies e-mailaccount als standaard
Druk op Standaard e-mail verzenden vanaf deze account om het e-mailaccount als standaard te kiezen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Melding bij nieuwe e-mail in- of uitschakelen
Druk op Stuur melding wanneer e-mail binnenkomt om de functie in of uit te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Automatisch synchroniseren van e-mail in- of uitschakelen
Druk op E-mail synchroniseren om de functie in of uit te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Automatisch synchroniseren van contacten in- of uitschakelen
Druk op Contacten synchroniseren om de functie in of uit te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Automatisch synchroniseren van agenda-afspraken in- of uitschakelen
Druk op Agenda synchroniseren om de functie in of uit te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Automatisch synchroniseren van taken in- of uitschakelen
Druk op Taak synchroniseren om de functie in of uit te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Automatisch synchroniseren van sms'jes in- of uitschakelen
Druk op SMS synchroniseren om de functie in of uit te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Automatisch ophalen van bijlagen via wifi in- of uitschakelen
Druk op Bijlagen automatisch downloaden bij verbinding met Wi-Fi om de functie in of uit te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is de functie ingeschakeld.
Druk op Volgende.
Naam van e-mailaccount invoeren
Druk in het veld onder Geef deze account een naam (optioneel) en toets de gewenste naam voor het e-mailaccount in.
Instellingen afsluiten
Druk op Gereed.
Afsluiten
Druk op het Home-icoontje om af te sluiten en terug te keren naar de stand-bymodus.