Activeer de camera
Druk op Apps.
Druk op Camera.
Gebruik camera
In de onderstaande stappen zie je hoe je:
In- of uitzoomt
Resolutie kiest
Opslaan van de gps-positie in- of uitschakelt
Geheugen voor foto's kiest
Een foto neemt
In- of uitzoomt
Resolutie kiest
Opslaan van de gps-positie in- of uitschakelt
Geheugen voor foto's kiest
Een foto neemt

In- of uitzoomen
Druk boven of onder op de volumeknop.
Kies resolutie
Druk op het icoontje voor instellingen.
Druk op het icoontje voor instellingen.
Druk op het icoontje voor camera.
Druk op Fotogrootte.
Druk op de gewenste resolutie.
Opslaan van gps-positie in- of uitschakelen
Druk op het icoontje voor instellingen.
Druk op GPS-tag.
Druk op Aan of Uit.
Kies geheugen voor foto's
Druk op Opslag.
Om Geheugenkaart te kunnen kiezen, moet je een geheugenkaart in je tablet plaatsen.
Druk op Apparaat of Geheugenkaart.
Om Geheugenkaart te kunnen kiezen, moet je een geheugenkaart in je tablet plaatsen.
Druk op de terugtoets om terug te keren naar de cameramodus.
Om Geheugenkaart te kunnen kiezen, moet je een geheugenkaart in je tablet plaatsen.
Neem een foto
Richt de cameralens op het gewenste onderwerp en druk op het camera-icoontje.
De foto wordt automatisch opgeslagen.
De foto wordt automatisch opgeslagen.
Terugkeren naar het startscherm
Druk op de home-toets om af te sluiten en terug te keren naar het startscherm.