1 Ga naar "Wi-Fi-instellingen"
Druk op Applicaties.
Druk op Instellingen.
Druk op Draadloos en netwerk.
Druk op Wi-Fi-instellingen.
2 Wifi inschakelen
Druk op Wi-Fi om wifi in te schakelen.
Als er in het vakje naast het menu-item een V wordt getoond, dan is wifi ingeschakeld.
3 Kies een wifi-netwerk
Het scherm toont een lijst van beschikbare wifi-netwerken.
Druk op het gewenste netwerk.
Druk op het gewenste netwerk.
Druk eventueel op het veld onder Wachtwoord en toets het vereiste wachtwoord in.
Druk op Verbinden.
4 Afsluiten
Druk op de home-toets om af te sluiten en terug te keren naar de standby-stand.